MONOCULTURE – TENTOONSTELLINGSGESCHIEDENISSEN

Ensemble

De eerste documenta vond van 15 juli tot 18 september 1955 plaats in Kassel. Hoewel het woord 'documenta' dicht aanleunt bij het Latijnse woord 'documentum' (les of lering), is het een verzonnen term die het idee van een 'documentatie' van moderne kunst moest oproepen. Bij de tweede editie was documenta een merk geworden dat de ambitie had om de internationale tentoonstelling van hedendaagse kunst vierjaarlijks (en later om de vijf jaar) te organiseren. Laszlo Glozer en Kasper König stelden een omvangrijke tentoonstelling samen van moderne kunst in de Kölnermessehallen in Keulen (30.05-16.08.1981). De opzettelijk provocerende titel Westkunst is een woordspeling op 'Weltkunst'. Men wilde ermee verwijzen naar de hegemonische westerse ideologie en naar de bestaande politieke en ideologische opdeling van Europa in West en Oost. In 1984 vond de tentoonstelling 'Primitivism' in 20th Century Art: Affinity of the Tribal and the Modern plaats in het MoMA, met museumdirecteur William Rubin als expo-'director', bijgestaan door Kirk Varnedoe, een professor kunstgeschiedenis. Tribale en modernistische kunstwerken werden naast elkaar geplaatst op basis van hun formele overeenkomsten. Die keuze werd erg bekritiseerd: het valoriseren van westerse kunst zou ten koste gaan van de zogenaamde 'primitieve' kunst. Magiciens de la Terre uit 1989 wordt vaak beschouwd als een directe reactie op MoMA's controversiële tentoonstelling 'Primitivism' in 20th Century Art. Hoewel de tentoonstelling door sommigen werd geprezen omdat ze probeerde af te wijken van eurocentrische perspectieven, werd ze door anderen verworpen vanwege de formalistische benadering en de-contextualisering en depolitisering van – met name niet-Westerse – kunstwerken. The Other Story, samengesteld voor de Londense Hayward Gallery door kunstenaar/ theoreticus Rasheed Araeen, was het eerste grote overzicht in het naoorlogse Groot-Brittannië van werk van kunstenaars van Aziatische, Afrikaanse en Caribische afkomst. De tentoonstelling, die plaatsvond tijdens het conservatieve bewind van Margret Thatcher, wordt beschouwd als een belangrijke poging om het 'meesterverhaal' van de moderne kunstgeschiedenis te 'de-imperialiseren'.