©image: M HKA
Kamer (III) neemt binnen het oeuvre van Jan Vercruysse een bijzondere plaats in. De reeks van in totaal vier Kamers, die hij tussen 1983 en 1986 vervaardigde, vormt de omslag in zijn oeuvre van een tweedimensionale naar een ruimtelijke situatie. In Kamer (III) vertaalt Vercruysse de thematiek die al in zijn Portretten van de Kunstenaar aan de orde kwam, tot een sculpturale vorm: het verbeeldt de problematiek van de rol van kunst, de kunstenaar en de afwezigheid van een ‘beeld’ in drie dimensies. De Kamers zijn dus eigenlijk Vercruysses eerste poging tot het afbakenen van ruimte waarin vrijelijk over de positie van kunst gereflecteerd kan worden.
De Kamers zijn bepalend voor de richting die Vercruysse nadien zou kiezen. Belangrijke vroege reeksen als Eventails, Atopies en Tombeaux zijn allemaal te herleiden tot waar Vercruysse bij zijn Kamers mee begon. Deze reeksen zouden Vercruysse bovendien tot een kernreferentie maken voor de internationale herpositionering van de artistieke productie in Vlaanderen. In die zin is Kamer (III) ook van kunsthistorisch belang.
Kamer (III) kent niet alleen een rijke historiek in de context van Vercruysses oeuvre en de Vlaamse kunstscène, maar ook in de context van het M HKA zelf. Het werk behoort tot de vroegste collectie-eigendommen van het M HKA. Aanvankelijk zou het getoond worden tijdens Inside-Outside, de eerste tentoonstelling die het M HKA organiseerde na het ontstaan in 1987; op aandringen van Vercruysse gebeurde dit uiteindelijk echter niet. Het werk raakte in 1999 ernstig beschadigd tijdens een tentoonstelling in het KMSKA. Pas in 2010, voor de collectiepresentatie De Artefactum-Jaren, werd Kamer (III) hersteld en opnieuw getoond.
>Jan Vercruysse, Kamer (III) [Chamber (III)], 1985.Installation, wood, mirror, neon lamp, 390 x 170 x 250 cm.
>Jan Vercruysse, De Reconstructie van Kamer (III) [The Reconstruction of Room (III)], 2010.Other.