Ensemble: Diagonal Cero
Het magazine en de titel Diagonal Cero zijn gebaseerd op het stratenpatroon van Vigo's thuisbasis La Plata, dat bestaat uit diverse genummerde avenues (diagonals). 'Diagonal nul', een fictieve avenue, verwijst dan naar het 'open' karakter van het magazine als publieke site voor poëtisch en visueel experiment. Mettertijd verwijst de naam ook naar een losse groep van Argentijnse dichters die zich rond het tijdschrift vormt en zich toelegt op concrete en visuele experimenten. Naast composities van deze dichters publiceert Vigo ook -door hemzelf en zijn vrouw vertaalde- teksten van oudere, Europese avant-gardisten als Hans Arp, Max Ernst, Francis Picabia en Kurt Schwitters. Formeel beantwoordt Diagonal Cero aan het concept van de portfolio. De bijdragen van de diverse auteurs zijn losbladig, vaak gedrukt op diverse (soms transparante) papiersoorten, geplooid of voorzien van uitsnijdingen en perforaties, en gebundeld in een grafisch bedrukt mapje. Tussen 1962 en 1969 verschijnen er 28 nummers.
Werken

Diagonal Cero 23, 1967
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper

Diagonal Cero 22, 1967
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper, 24.5 x 20 cm

Diagonal Cero 27, 1968
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper

Diagonal Cero 26, 1968
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper

Diagonal Cero 28, 1969
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper

Diagonal Cero 25
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper

Diagonal Cero 24
Edgardo Antonio Vigo
Periodical, ink, paper