MONOCULTURE – Universal Languages
Ensemble
Esperanto is de meest gebruikte artificiële taal ter wereld. De taal werd in 1887 gecreëerd door Ludwik Zamenhof (1859-1917) toen hij een boekje publiceerde in het Russisch, getiteld Международный язык/ Lingvo Internacia (de internationale taal), waar gewoonlijk naar wordt verwezen als Unua Libro. Zamenhof wees het principe van auteurschap af en ondertekende het boek bescheiden als Dr. Esperanto, 'iemand die hoopt'. Zamenhof, een oogarts van Joods-Poolse afkomst, hoopte een taal te creëren die een vreedzaam samenleven tussen mensen van verschillende culturen zou bevorderen. De taal werd populair, met tal van esperantistische groepen die over de hele wereld opdoken. Ondanks de repressie door autoritaire regimes in de twintigste eeuw is de Esperantogemeenschap zich tot op de dag van vandaag blijven ontwikkelen. Het Jarlibro (jaarboek) is de oudste doorlopende publicatie van de Universal Esperanto Association. La Nova Epoko (De nieuwe epoche) was een internationaal 'literair-sociaal' tijdschrift met een doorgaans linkse oriëntatie, dat in 1922 werd opgericht door vier Sovjet-esperantisten. Ludwik Zamenhof, de uitvinder van het Esperanto, was de eerste die de volledige Hebreeuwse Bijbel (de Tenach of het Oude Testament) in het Esperanto vertaalde. Het Nieuwe Testament werd later vertaald door een team van Esperanto-sprekende Britse geestelijken en geleerden van de British and Foreign Bible Society. De vertaling werd voltooid in 1912. De vertalingen van zowel Oud als Nieuw Testamant werden vervolgens op elkaar afgestemd en in 1926 gedrukt als één enkel boek: La Sankta Biblio (de Heilige Bijbel), vaak ook La Londona Biblio (de Londense Bijbel) genoemd.