Imogen Stidworthy – Die Lucky Bush
Event
MuHKA, Antwerpen
23 May 2008 - 17 August 2008
DIE LUCKY BUSH ontstond als uitnodiging aan Imogen Stidworthy om een tentoonstelling te maken met enkele van haar werken. Stidworthy nam deze aan als een gelegenheid om een groepstentoonstelling te ontwikkelen, met als startpunt haar werk I Hate (2007). Ze heeft een groot aantal kunstenaars uitgenodigd om te participeren met werken die, minder of meer direct, reflecteren op taal en de grenzen aan taal. Daarnaast zijn onder andere ook muziekcomposities en gecensureerde boeken in de tentoonstelling opgenomen
In DIE LUCKY BUSH reflecteert Imogen Stidworthy op dit gegeven aan de hand van drie eigen installaties, het werk van een twintigtal door haar geselecteerde kunstenaars en materiaal dat niet als kunst beschouwd wordt. De titel ontdekte de kunstenares op straat in Jerusalem [Israël], waar ze in december 2007 ‘Die Lucky Bush’ als graffititekst zag achter een straatmuzikant die op een stoeltje de balalaika zat te spelen. De uitspraak functioneert als een sjibbolet, een soort tongbreker die eenduidig aangeeft of de spreker al dan niet tot een bepaalde [culturele of politieke] groep behoort. Voor Engelstaligen refereert ‘Die Lucky Bush’ naar George Bush, of naar gelukkige struiken, maar op zijn Hebreeuws uitgesproken is het de fonetische transcriptie van ‘Stop de bezetting’.
‘Die Lucky Bush’ is niet echt een wachtwoord, zoals bijvoorbeeld de sjibbolet ‘Schild en Vriend’ die tijdens de Guldensporenslag gebruikt werd om de Fransen en de verfranste bourgeoisie te ontmaskeren. Het is daarentegen een ideologisch geladen variatie op het soort van woordspel waarin Stidworthy zo sterk geïnteresseerd is, de osmose of differentiëring die kan ontstaan wanneer taal, woord, geluid op elkaar inwerken. De foto van de graffiti is emblematisch voor een tentoonstelling die zich richt op de drempels van taal: de grenzen van of de ontmoeting tussen verschillende talen. Zo wordt met het werk van Werner Feiersinger, een object in fiberglas dat doet denken aan een omgekeerde boot die dwars over de vloer van de centrale tentoonstellingsruimte ligt, onmiddellijk een fysieke drempel opgeworpen in een tentoonstelling die zich ontvouwt als een akoestisch landschap, bezaaid met taalkundige drempels. De centrale vraag van DIE LUCKY BUSH is welke andere vorm van betekenis er kan ontstaan, wanneer iets als onleesbaar ervaren wordt.
Stidworthy onderzoekt de fysieke en sociale impact van het gesproken woord. Hoe bepaalt taalgebruik de communicatie tussen mensen en de objecten waarmee ze omringd worden? Stidworthy doet dat in veelgelaagde installaties waarin ze meerdere media zoals film, video en audio combineert en waarin taal centraal staat. De kunstenares maakt taal manifest in de ruimte; spreken is voor haar zoiets als een tapijt ontrollen. Vragen die haar werk bepalen zijn: wat is taal? Wat doen we met taal? Wat doet taal met ons en met ons in relatie tot anderen? Wie of wat is er aan het woord? Hoe, vraagt ze zich af, komt begrip tussen twee mensen tot stand – ook in situaties waarin geen taal gebruikt wordt – wanneer iets de verbinding tussen gedachte en woord of tussen die personen in de weg staat.
Uitgangspunt van de tentoonstelling is Stidworthy’s werk I hate [2007], dat de kunstenares creëerde naar aanleiding van documenta 12. Het werk portretteert fotograaf Edward Woodman, die zijn spraakvermogen verloor na een ongeval en in een moeizaam proces zijn kwetsbare stem herontdekt. Het oefenen van de woorden is verweven met zijn fotografie, die na zijn ongeluk eveneens veranderde. Tussen 1970 en 2001 documenteerde hij als professioneel fotograaf installaties, tentoonstellingen van hedendaagse kunst en architectuur modellen. Sinds zijn ongeval gebruikt hij de camera om sociale verandering vast te leggen, en het hele proces van verandering om hem heen. In de eerste plaats betreft het de buurt waarin de nieuwe eindhalte van de Eurostar is gebouwd, King’s Cross. Het is de eerste keer dat deze subtiele configuratie van video, lichtkrant en geluid opnieuw wordt getoond.
Een tweede Stidworthy-installatie in de tentoonstelling draagt de titel Get here [2006] en maakt gebruikt van het typisch Liverpoolse Scouse dialect. Voor de geluidsregistratie [weergegeven in surround geluid] schakelde ze inwoners uit Liverpool in, Somalische vluchtelingen en acteurs die door professionele stemcoaches getraind worden om een authentieke Scouse tongval te krijgen. ‘Get here!’ is een typische zin die vaak op straat gehoord worden, wanneer moeders hun kinderen tot de orde roepen. Het karakteriseert de Liverpoolse cultuur, maar de installatie roept tegelijk vragen op over plaats en identiteit. De diversiteit aan stemmen en intonaties vervormt woorden en relaties tussen de spreker en luisteraar. Het woord ‘hier’, wordt van een simpele en niet mis te verstane aanduiding plots een veelvuldig, zelfs contradictorisch en ongrijpbaar begrip. Voor de tentoonstelling in het M HKA verleent Stidworthy voor het eerst een meer sculpturale vorm aan het werk.
Een derde werk van Stidworthy die de tentoonstelling articuleert, draagt de titel 7 A.M. Elke ochtend passeren massa’s mensen door de poorten van het Tian Tan Park in Bejing. Met haar video evoceert Imogen de ochtendgymnastiek en de sociale en akoestische ruimte die hierdoor ontstaat. De geïsoleerde figuren en kleine groepjes tussen de bomen vullen het park met geluiden. Tijd en afstand worden meetbaar door de honderden simultane, maar individuele ritmes, die verder ontwikkelen tot een bijzonder complexe, percussieve taal, zowel akoestisch als visueel. De film onderzoekt de relaties, de dynamiek en de implicaties van dit sociaalakoestische landschap voor het publiek.
Stidworthy gebruikt de tentoonstelling als een unieke kans om de ideeën die ze als kunstenares hanteert voor het eerst ook in directe relatie te brengen met het werk van andere kunstenaars en met ander materiaal. Daarbij benadert ze taal niet alleen in zijn puur linguïstische betekenis, maar haalt ze ook andere vormen van taal aan – beeldtaal, klanktaal, lichaamstaal. Behalve gesproken en geschreven taal omvat DIE LUCKY BUSH dan ook ruimtelijke en lichamelijk geluiden en beeldtaal. Meerdere werken hanteren niet alleen het linguïstische onderscheid, maar spelen ook in op politieke en culturele verschillen. Het betreft onder andere de tekeningen waarin de Franse pedagoog Fernand Deligny de handelingen vastlegde van moeilijk opvoedbare, ernstig autistische kinderen; whistling a lee hazelwood song through a straw waarin Dominique Somers haar lichaam fysiek gebruikt om een melodie grafisch te registreren; Say:"Parsley" van Caroline Bergvall en Ciaran Maher, waarvan het uitgangspunt een sjibbolet is; Lak-kat van Anri Sala, een film over taal, geheugen en betekenis; Trepanaciones een geluidswerk waarin Teresa Margolles ingaat op de Westerse perceptie van de dood; en de composities op papier van moderne componisten zoals John Cage en Anestis Logothetis, die gelezen kunnen worden als ruimtelijk-akoestische kaarten van geluidswerken.
> de tentoonstelling wordt gecomplementeerd door een gratis mee te nemen, door Imogen Stidworthy samengestelde publicatie, die gezien kan worden als een volwaardig onderdeel; het is de neerslag van een onderzoek dat verder reikt dan de tentoonstelling zelf. In de publicatie bundelt Stidworthy een aantal gesprekken, essays en grafische systemen en partituren
> Imogen Stidworthy ontwikkelde het project op uitnodiging van curator Edwin Carels en in dialoog met programmadirecteur van de Liverpool Biënnale Paul Domela