Sacha
2011
Installatie, 310 x 240 x 85 cm.
Materials: HD video projection with 3-channel soundtrack, 3:10 mins. loop, b/w, Russian and Flemish spoken with Russian-English transcript. Projection on acoustically transparent cloth on wooden screen
Collection: Courtesy of the artist, Matt's Gallery, London, and AKINCI, Amsterdam.
Imogen Stidworthy onderzoekt de fysieke en sociale impact van het gesproken woord en de grenzen van communicatie. Haar installatie Sacha reflecteert op de politiek van het luisteren, en licht toe hoe macht werkzaam is binnen visuele en auditieve regimes. In het werk worden verschillende componenten die samen een auditieve en visuele omgeving vormen gecombineerd. Op één scherm wordt Sacha van Loo getoond, die voor de Antwerpse politie werkt en stemopnames analyseert die zijn gemaakt tijdens het afluisteren van verdachten. Sacha, blind sinds zijn geboorte, begrijpt de ruimte door middel van akoestiek en zijn hoogontwikkelde echolocatievaardigheden, die hem, samen met zijn kennis van tal van talen en dialecten, ook helpen om spraak en de onuitgesproken intenties en betekenissen in de dialoog te analyseren. In de video is van Loo te zien terwijl hij een stemopname analyseert – de opname is in feite de stem van de kunstenaar die een passage leest uit Aleksandr Solzhenitsin's roman In de eerste cirkel (1968) in het originele Russisch. Van Loo heeft moeite om de woorden te begrijpen vanwege haar onnauwkeurige uitspraak. In dit verhaal wordt een groep van gevangengenomen Sovjetwetenschappers en taalkundigen door Stalin bevolen om een stemvervormer te ontwikkelen om de persoonlijke telefoonlijn van Stalin te beschermen, alsook een stemregistratiemachine waarmee de KGB mensen kan identificeren via opnames van hun stemmen – één technologie voor het vernietigen van taal en een andere voor het vastleggen van taal.
In een tweede video wordt het oog door de virtuele ruimte van een 3D-laserscan van stadsstraten geloodst. Deze hoogst precieze manier om oppervlakken in kaart te brengen werkt niet met optische technologie maar volgens een principe dat dichter bij de manier waarop we horen dan die waarop we zien staat. In relatie tot de realiteit van Van Loo's gehoor en blindheid, suggereert dit technologische beeld andere paradigma's voor de manier waarop we beelden bedenken en vormen.