JAN VERCRUYSSE ENSEMBLE
Ensemble
Jan Vercruysse laat zich in zijn werkwijze kenmerken door een messcherpe visie en een zeer geconcentreerde benadering van de centrale thematiek. Vercruysse werkt grotendeels in series, waarbinnen de werken veel vormelijke overeenkomsten vertonen, bijna als variaties op eenzelfde thema. Zelf ziet hij dat echter anders: "Er is geen thema. Er is een inhoud en dan zijn er de werken; beide maken andere werken noodzakelijk." Net als andere conceptuele kunstenaars ziet Vercruysse de inhoud dus als voorafgaand aan de vormelijke aanwezigheid van een werk. Bij Vercruysse is de vormelijke aanwezigheid echter wel minstens zo belangrijk als het concept: "Wil kunst in de geest zijn, dan moet ze eerst in de wereld zijn", zei hij eens. De belangrijkste sculpturale reeksen zijn de Kamers (1983-1986), de Atopies (1985-1986), de Eventails (1986-1987), de Tombeaux (1987-1994), Les Paroles (1993-1998) en Places (2005-heden).
Vercruysse heeft dus eigenlijk zelf zijn oeuvre al ingedeeld. Toch is er ook sprake van samenhang en overlapping tussen de verschillende reeksen. Dat maakt het makkelijk en tegelijkertijd moeilijk om nog voor een verdere thematische indeling te zorgen. De indeling die M HKA Ensembles maakt moet gezien worden als een suggestie, een poging tot dieper begrip van het werk van Vercruysse te komen. Drie thema's worden geïdentificeerd die de individuele series overstijgen: afwezigheid en verlies, de plaats tegenover de niet-plaats en, algemener, de positie van kunst en de kunstenaar. Daarnaast besteedt M HKA Ensembles nog in het bijzonder aandacht aan Vercruysses affiniteit voor taal en poëzie, die vooral in zijn prints tot uitdrukking komt.