image: © M HKA
Zoals een letterlijke spiegeling kan ‘reflectie’ niet zonder een andere kant. Reflectie ontstaat uit de frictie van ontmoetingen en kan enkel plaatsvinden als er openheid is voor de buitenwereld. Toch is een bespiegeling niet geloofwaardig zonder zelfbespiegeling. Autoreflectie over bijvoorbeeld het ingenomen gezichtspunt, de gebruikte middelen of de eigen grenzen zijn essentieel om tot een volwaardig inzicht te komen.
Al twintig jaar drukt de Senaat zijn reflectiestempel op de wetgeving omtrent ethiek en bio-ethiek. Sedert drie jaar worden aanbevelingen bestudeerd en geformuleerd over maatschappelijke ‘transversale’ onderwerpen.
In de performance Water te Water vertaalt Guy Mees (°1935-†2003) zijn homeopathische beeldtaal in een ecologische en milieupolitieke geste. Hij laat een heldere plastic bol gevuld met schoon water afdrijven op het vervuilde kanaal Gent-Terneuzen. Het beeld lijkt poëtisch op zichzelf terug te slaan maar richt zich op de hedendaagse wereld.
Nadat ze de componenten van een schilderij (kleur, drager, formaat en lijst) had onderzocht, ontwierp Marthe Wéry (°1930-†2005) een grootschalige installatie met hemelsblauwe panelen. Dit multimedia ‘Ensemble’ is een soort van plastische partituur, in de muzikale betekenis van het woord, die voor elke tentoonstellingsruimte opnieuw geïnterpreteerd moet worden.
Met opake plexiplaten laat Carla Arocha (°1961, leeft in Antwerpen) de reflectie terug botsen op de omgeving. Het projectiescherm toont zich bereid tot ontvangst en reflectie. Het maakt een snede in de omliggende ruimte, verwijst er in zijn ontvankelijkheid naar terug en plaatst haar in een ander ‘licht’.
>Guy Mees, Water te Water [Water to Water], 1970.Video, dvd, 00:03:13.
>Marthe Wéry, Calais, 1995-2004.Installation.
>Carla Arocha, Screen, 2006.Installation, plexi, stainless steel, 216.4 x 350 x 150 cm.