Fotonotities 1992-2007, een keuze uit het fotografisch dagboek [Photo Notes 1992 - 2007: A Selection from the Photographic Diary]
1992-2007
Installatie, 160 x (60 x 50 cm).
Materials: C-print, Epson luster paper
Collection: Collection M HKA, Antwerp (Inv. no. BK7700_M450).
Hans Eijkelboom stond in het begin van de jaren zeventig mee aan de wieg van de opbloei der conceptuele kunst in Nederland. Hij speelde een belangrijke rol in de toe-eigening van een alledaagse, franjeloze foto-praktijk als conceptuele methode par excellence. Van 1992 tot 2007, vijftien jaar lang, maakte hij elke dag ‘fotonotities’. Het monumentale resultaat is een als dagboek vermomde amateur-antropologie van the global village op de drempel van de eenentwintigste eeuw – wat August Sander voor het Duitsland van 1900 was, dat is Eijkelboom op zijn beurt voor de verstedelijkte wereld anno 2008. Gewapend met een digitaal fototoestel ging Eijkelboom elke dag de straat op – naast Sander is de eerbiedwaardige traditie van de straatfotografie een andere essentiële historische referentie in ‘s mans praktijk – om een welbepaald (en altijd nietsvermoedend) segment van de plaatselijke bevolking in kaart te brengen: nu eens jonge Afro-Amerikanen met Scarface-shirts in New York, dan weer Chinese mannen van middelbare leeftijd in horizontaal gestreepte polo’s in Shanghai of winkelende moeder-en-dochter-paren in Parijs. Het tentoonstellingsmatige resultaat van deze uiterst gerichte kijkoperatie is steevast een grid, een quasi-parodische typologie waarin identiteit (‘dezelfde’) en verschil (‘de ander’) elkaar afwisselend opheffen en/of versterken. Eijkelbooms objectieve blik persifleert die van de sociale wetenschappen – veel van zijn fotoreeksen gaan willens nillens over kleding, over uniformen, over vestimentaire codes en conventies – maar verraadt tegelijk ook een zekere humanistische sympathie die ook Sander niet vreemd was: zijn droom van het totale overzicht, van een geordende, encyclopedische kijk op de zaken, is géén machtsdroom. Het fotografische structuralisme van Hans Eijkelboom eindigt niet (zoals dat van Michel Foucault wél deed) met het einde van de mens, maar met een open, vragende blik naar de toekomst – in dit geval een Chinese.